Toelichting
Net als andere Europese federaties heeft Duiken-Vlaanderen ervoor gekozen om het eerste initiatiebrevet beschreven in de richtlijn EN 14153-1 / ISO 24801-1 niet om te zetten in een behaalbaar duikbrevet.
Bij Duiken-Vlaanderen is er ook een beperking in de “Autonomie” van de Duiker 1-ster.
Een Duiker 1-ster mag duiken met elke gebrevetteerde Duiken-Vlaanderen-duiker en dit binnen bepaalde dieptebeperkingen. (Max. -20m voor een gebrevetteerde Duiker 1-ster.)
Het brevet Duiker 1-ster komt overeen met de volgende Internationale brevetten:
- NBN-EN-14153-2:2003 Part 2 : Level 2 – Autonomous diver.
- ISO 24801-2 : 2007 Part 2 : Level 2 – Autonomous diver.
- CMAS 1* Diver
- CEDIP 1* Diver
- RSTC (PADI, NAUI, enz) Openwater Diver
Doelstellingen
De Duiker 1-ster start met een nieuwe hobby – recreatief duiken.
De opleiding bestaat er vooral in dat de duiker het gebruik van het eigen materieel eigen maakt.
Tijdens de eerste duiken wordt hij/zij door een instructeur begeleid.
Ingangsniveau
- Lid zijn van een Duiken-Vlaanderen-duikschool/duikclub.
- Een geldig medisch getuigschrift hebben.
- Minimaal 14 jaar zijn op de dag van de homologatie.
Opleiding
De opleiding bestaat uit:Hoofdstukken Theorie (7)
Praktijksessies in zwembad (min 6)
Praktijksessies buitenwater (min 7)
Nota: De cursist dient een aantal “vaardigheden” onder de knie te hebben.
Het aantal zwembad- en openwatersessies is gebaseerd op een kandidaat die tijdens deze sessie de aangeleerde vaardigheid beheerst.
Indien dit niet het geval is, kan de Instructeur zoveel sessies inlassen als nodig.
Evaluatie
Theorie
De cursist koopt voor aanvang van de cursus het cursusboek.
Er zal door de instructeur voor aanvang van ieder hoofdstuk gevraagd worden het hoofdstuk dat gegeven zal worden al te lezen en de vragen in het boek op te lossen en de eventuele stof die niet duidelijk is te noteren, zodat deze vragen gericht kunnen besproken worden tijdens de theoriesessie.
Er wordt gebruik gemaakt tijdens de lessen van actieve leervormen waardoor de cursist dmv zelfsturing en het zelf doen de stof onder de knie krijgt.
Na iedere sessie is er een standaard theorietoets voorzien.
De resultaten worden besproken met de cursist.
De resultaten van de toets worden genoteerd op de vorderingstaat van de cursist en getekend door cursist en instructeur.
Zwembad
Er zijn een aantal “basisvaardigheden” die in zwembad lesplannen zijn opgelijst en die de cursist onder de knie dient te krijgen.
Voor iedere cursist is er een “zwembad-vorderingstaat” waarop de evaluatie van de basisvaardigheden na iedere les aangetekend worden.
Er is geen “zwembadexamen” waarop alle vaardigheden tijdens 1 les aangetoond dienen te worden.
Als alle vaardigheden voldoende aangetoond zijn door de cursist kan het deel “zwembad” afgetekend worden door de instructeur.
Openwater
Een identieke werkwijze in het openwater.
Er dienen een aantal vaardigheden aangetoond in het openwater door de cursist.
Deze vaardigheden staan beschreven in een openwater –lesplan voor iedere openwaterduik. De behaalde vaardigheden worden op de vorderingstaat aangeduid.De laatste duik (minstens de 7de duik) ter afsluiting van het brevet is een “kwalificatieduik”.
Alle andere duiken hebben een max. diepte van -12m.
De laatste duik wordt de dieptekwalificatie van -15m afgenomen.
Nota´s: Een dieptekwalificatie bij Duiken.Vlaanderen bestaat uit de volgende onderdelen:
Veiligheidsoefeningen:De cursist toont op de kwalificatiediepte dat hij/zij zich gerust voelt (geen uiterlijke kenmerken van overdreven stress.)
De cursist kan het masker laten vollopen en na een paar keer ademen met volgelopen masker, het masker terug leeg maken.
De cursist beantwoord en handelt op de juiste manier op de door de instructeur getoonde duiktekens.
Kwalificatieoefeningen:
De cursist kan het mondstuk op 2 manieren terugvinden en klaren.
De cursist kan statisch buddy-breathen / ademautomaat wisselen.
De cursist kan op alternatieve ademautomaat (ALV) gecontroleerd een stijging binnen de stijgsnelheid aanvangen.
De opleiding is niet opvat in 3 grote blokken. (Theorie, zwembad, openwater) maar het is een synergie van de 3 items.
Wat geleerd is in de theorieles wordt daarna in het zwembad praktisch geoefend en daarna gebruikt in openwater. De ideale opvolging van theorie, zwembad en openwater is in een opleidingsschema vervat.
Diepte beperkingen:
Tijdens opleiding, tot max. -12m (EC…).
Een “kwalificatieduik” op max. -15m. ter afsluiting van de openwateropleiding.
Een gebrevetteerde Duiker 1-ster kan in samenspraak met de instructeur een dieptekwalificatie behalen van maximaal -20m.
HomologatievoorwaardenEen volledig afgewerkt Duiker 1-ster Vorderingsboekje waarvan alle onderdelen afgetekend zijn door een Duiken.Vlaanderen-Instructeur met geldige licentie.
Bevoegdheden
Een Duiker 1-ster mag duiken met elke gebrevetteerde Duiken.Vlaanderen-duiker en dit binnen bepaalde voorwaarden en dieptebeperkingen. (Max. -20m voor een gebrevetteerde Duiker 1-ster).
De duikleider moet minstens 18 jaar zijn.
De duikdiepte is beperkt tot de dieptekwalificatie van de Duiker 1-ster. Max. diepte = -20m
Een Duiker 1-ster is enkel bevoegd om te duiken binnen de veiligheidscurve. Verplichte decostops niet toegelaten!
Het duiken in een situatie waar geen mogelijkheid bestaat om direct / rechtstreeks de oppervlakte te bereiken is niet toegelaten. (penetratie van wrakken, grotduiken enz…)
In functie van de duikopleiding mag een Duiker 1-ster, onder begeleiding van minimum een Instructeur 2-ster, dieper duiken dan zijn/haar dieptekwalificatie.
Speciale opleidingen:
De Duiker 1-ster kan de volgende speciale opleidingen volgen:
Basis Nitrox.
Hulpverlening: de module BLS, wondzorg en zuurstoftoediening.
Droogpakduiken
...